Initiatiefnemer
Directeur Hans Thissen
Naast de GeenSchool Collegetour deden de kinderen deze week ook een Tuinenwedstrijd. De kinderen trokken de buurt in met een ouder en/of vrijwilliger. Per groepje kregen zij een werkboek waarin precies beschreven stond in welke straten in de buurt zij de tuintjes mochten beoordelen. De kinderen moesten van tevoren nadenken over de normen van de beoordeling. Ze mochten drie normen noemen. Bijvoorbeeld: heeft de tuin een mooi paadje? Of zijn er veel bloemen en planten? En wat is de vrolijkheid van de tuin? Aan de hand van hun eigen normen trokken ze de buurt in. Ze belden aan bij mensen met de vraag of zij hun tuin mochten beoordelen voor de Tuinenwedstrijd van de Lanteerne. In iedere tuin werden nog wat foto’s gemaakt. Nadat alle tuintjes waren beoordeeld, gingen de leerlingen in beraad over de winnaar. Eerder hadden de leerlingen al mooie prijzen geknutseld. De winnaar kreeg een prijs uitgereikt. Daarbij werd tevens de vraag gesteld: zou u het leuk vinden om onze school te helpen met de schooltuintjes? Omdat de winnaars van de mooiste tuinen veel zorg en aandacht aan hun tuin besteedde, vonden de meeste winnaars dit erg leuk.
De school had er een aantal leuke tuiniers bij, de tuiniers hadden er een leuke klus bij en de kinderen kregen prachtige schooltuintjes!
Doe Het Zelf! Wil je zelf een tuinenwedstrijd organiseren op school? De werkboeken van deze week hebben we digitaal voor je klaarliggen. Stuur een mailtje om deze gratis aan te vragen naar post@ditisgeenschool.nl
Tijdens de GeenSchool Collegetour kregen de kinderen van basisschool de Lanteerne in Nijmegen tijdens de Leerplein-momenten verschillende beroepscolleges. In groepjes van 15 kinderen in de leeftijd 6 tot 12 jaar werden colleges gegeven van mensen die vertellen over hun beroep of passie. We werkten daarin met een vast format van 15 minuten vertellen, 45 minuten actie en dan nog 15 minuten vertellen. Eén beroepscollege bedroeg dus anderhalf uur. Wij vroegen de mensen niet alleen om een verhaal te vertellen, maar gaven ze ook een format dat helpt bij het vormgeven van het college. Zo zorgden we dat de opzet aansluit bij de belevingswereld van kinderen van deze leeftijd.
Hoe zijn we aan deze mensen gekomen?
Eerder maakten de kinderen van de onderbouw mooie kunstwerkjes op kaarten van A5 formaat. Deze kaarten werden vervolgens door de kinderen van de middenbouw bezorgd in de buurt. Op de achterkant van de kaart stond een formulier met een vraag: wilt u ons vertellen wat uw beroep of passie is en staat u ervoor open om hier eens iets over te vertellen aan de kinderen van De Lanteerne? Mensen konden kiezen voor ja of nee. Ze konden het formulier achterlaten in een grote rode brievenbus op het schoolplein. De reacties waren overweldigend en de kinderen vonden het prachtig om te zien hoeveel mensen er zomaar iets aan hen wilden komen vertellen.
Sociale Rijkdom Kaart
Ook als ze niet wilden komen vertellen, was het erg waardevol om te weten waar deze mensen goed in zijn. We maakten met de kinderen van de bovenbouw namelijk een Sociale Rijkdom Kaart. We hadden een grote kaart gemaakt van de buurt rondom de school. De kaart was voorzien van coördinaten en daarnaast hing een lijstje met de straatnamen. Met de formulieren die terugkwamen, kon de Sociale Rijkdom Kaart worden ingevuld. Kinderen werden zo bewust gemaakt van de buurt én de sociale rijkdom om hen heen. Goed om te weten wie er vroeger bakker was, als je je spreekbeurt over brood houdt…
Wat hebben we geleerd?
Wat we hiermee hebben laten zien is dat de maatschappij graag kennis en kunde komt delen en dat dit een verrijking is voor het leren in de klas. Zo blijven scholen up to date, worden leerlingen op jonge leeftijd aan het denken gezet over diverse maatschappelijke processen en krijgen docenten de ondersteuning die ze verdienen. De maatschappij is de afnemer van het onderwijs en stelt daar, terecht, hoge eisen aan. Samenwerking is de enige manier om te komen tot onderwijs dat aansluit bij – en recht doet aan de maatschappij van nu. Bovendien zijn de leerlingen bewust gemaakt van de kracht van de sociale rijkdom in hun buurt.
“Ik word liever gelukkig dan rijk”
“Onwijs gaaf om met zulke jonge kinderen te kunnen werken. Ze zijn zo eerlijk en verhelderend. Heel leerzaam en vooral erg leuk!”